En alhoewel ik er nog steeds niet 'ín real life' geweest ben, is het wel meer werkelijkheid geworden ...
Eigenlijk kun je door deze film je voorstellen hoe Mozes van God 'in vogelvlucht' hetzelfde land te zien heeft gekregen toen hij op de berg Nebo was - dat beloofde land waar hij niet binnen mocht gaan vanwege zijn ongehoorzaamheid, hij moest het doen met die Goddelijke overview...
De strijd van Mozes.
In ons leven nu zijn we als het ware als Mozes, we zijn op reis ... en onze beloofde bestemming ligt nog vóór ons. We zijn er nog niet letterlijk en onze voeten hebben er nog niet gestaan. Maar désondanks kunnen wij het wel al zien, ervan genieten - zoals Mozes het land te zien kreeg vanaf de berg en hij zo wist hoe het eruit zag - Onze erfenis is namelijk een gééstelijk land, te zien met onze geestelijke ogen, zoals het filmpje je meeneemt door Israël heen.
Hoe dat kan? Niet omdat wij als gelovigen zélf al zover zijn maar omdat alles wat wij bezitten in Christus te vinden is. En we mogen het al bezitten als we 'in Christus' zijn. In Hem blijven is dan ook een belangrijke opdracht die de Here Jezus Zelf ons geeft.
Amalek
En terwijl we als het ware als Mozes nog onderweg zijn in de woestijn, hebben we hier ten eerste een strijd te strijden om in Hem te blijven - wat ook vaak te maken heeft met je eigen 'ik', je vlees dood te houden. Opdat wij niet zouden verlangen naar kwade dingen, zoals staat in in 1 Korinthe 10 waar we vergeleken worden met het volk Israël, allemaal in Mozes gedoopt in de wolk en de zee. Want we kunnen gelóven dat Christus voor ons gestorven is, maar desondanks kan het nog een theoretische kwestie blijven, het wéten moet als het ware wortel schieten zodat het gaat leven - en kom je erachter dat dit betekent dat 'jijzelf niet meer leeft, maar Christus leeft in jou...'
Pas als we zover zijn dat we zelf weten 'meegestorven te zijn' met de Here Jezus, kan het nieuwe leven echt openbaar worden. En dat gevecht zal iedere oprechte gelovige in zijn leven meemaken - zoals het volk Israël geconfronteerd werd met Amalek en de strijd moest aangaan. En Mozes werd ondersteund door Aäron en Hur om zijn handen omhoog te kunnen houden zodat Israël de overhand behield en uiteindelijk het gevecht kon winnen... Dit was toen en is ook nu een strijd - waarin we (ook in de geestelijke betekenis voor nu) door het gebed anderen ondersteuning kunnen bieden.
De strijd van Jozua
Door zo het nieuwe leven ruim baan te geven kunnen we daarna die andere strijd voeren: de geestelijke strijd om het beloofde land in bezit te nemen... En dan komt die andere leider in zicht, Jozua, veertig jaar eerder één van de twaalf verspieders, die er - in tegenstelling tot de tien anderen - samen met Kaleb er het volste vertrouwen in had dat het goed zou komen om binnen te trekken: de reuzen kunnen verslagen worden want 'de strijd is des Heren'. En onvoorstelbaar wat een rijkdommen, vruchten van het land zijn er te vinden: het is een land van melk en honing!
- Een apart idee dat het tegenwoordige Israël nog steeds strijd kent, en ook in deze tegenwoordige situatie is er achter de werkelijkheid die we zien, een geestelijke strijd die gevoerd wordt om het Heilige Land. Het zal niet heel lang meer duren totdat de echte rust er zal zijn maar pas nadat Jezus er Koning is geworden. -
Gilgal
Israël kwam het land binnen na 40 jaar woestijnervaringen, was toen pas zover het land te veroveren wat hen beloofd was. En het eerste wat Jozua doet, is het volk besnijden... (ieder die in de woestijn was geboren, was nog niet besneden) Hierin ligt de les: Pas nadat je het oude leven daadwerkelijk hebt afgelegd, ben je geschikt voor de geestelijke strijd in de hemelse gewesten.
Wie komt Jozua dan ook direct na 'Gilgal' tegemoet? De Bevelhebber van het leger van de Heer, met getrokken zwaard. En de muren van Jericho vallen... het volk hoeft daarvoor niet eens zijn zwaard aan te raken... Steeds zullen ze dan ook terug moeten keren naar Gilgal - zoals wij elke keer weer moeten bedenken dat wij niet meer leven, maar het is: Christus in ons.
Ook valt er geen manna meer, maar de opbrengst van het land staat voor het volk klaar, zónder dat ze er ooit wat voor hebben gedaan. Daar mogen ze van eten. En, al eten wij van het manna, voeden wij ons onderweg met de Here Jezus als het hemelse brood - tegelijkertijd mogen wij ons voeden met de oogst die op het land voor ons klaarstaat: al die zegeningen in de hemelse gewesten mogen we ons toe-eigenen... Ze zijn ons als het ware zo in de schoot geworpen
Het zou fantastisch zijn als wij geen 40 jaar nodig hebben om zover te komen, dat God ons kan gebruiken om Zijn strijders en boodschappers te zijn op die plek waar we geestelijk gezien nu al mogen zijn. Het geheim wat we mogen uitdragen? Christus in ons waardoor we kunnen overwinnen én alle schatten al mogen bezitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten