"Koningin Eva", vraagt de slang zich vol verbazing en ongeloof af. "Er zit me iets dwars. Is het écht waar dat God jullie beiden heeft geboden van geen enkele boom te eten? Ik ben verbijsterd!! Hij sprak toch uit dat alles 'zeer goed' was? En Hij gaf zowel u als Koning Adam de leiding over dit alles. Onze liefdevolle Schepper zou toch niet de bedoeling hebben om je een bepérking op te leggen? Ik begríjp het niet Eva. Zou je me alsjeblieft dit probleem kunnen uitleggen??"
Verwarring
Eva wist niet eens dat er een "probleem" was. Maar de suggestieve vraag - is het écht waar... van de slang, zet haar gedachten op de kop en ze wordt op zichzelf teruggeworpen. De slang zorgt ervoor dat Eva haar leven opnieuw gaat bekijken, vanuit zijn invalshoek. Ze voelt de aandrang Gods opdracht, die Adam met haar had gedeeld, te verdedigen:
Eva wist niet eens dat er een "probleem" was. Maar de suggestieve vraag - is het écht waar... van de slang, zet haar gedachten op de kop en ze wordt op zichzelf teruggeworpen. De slang zorgt ervoor dat Eva haar leven opnieuw gaat bekijken, vanuit zijn invalshoek. Ze voelt de aandrang Gods opdracht, die Adam met haar had gedeeld, te verdedigen:
"We mogen eten van deze bomen, slang. Maar van deze boom hier in het midden van de tuin heeft God gezegd: 'Van deze boom mag je niet eten en die zelfs niet eens aanraken, opdat je niet sterft'."
God had eigenlijk gezegd: Je mag vrij eten van de bomen, met slechts één uitzondering. Maar Eva's onjuiste aanhaling vermindert de overvloedige vrijgevigheid van Gods woorden van 'je mag overal van eten', tot het niveau van gewone, misschien zelfs met tegenzin gegeven toestemming: 'We kunnen eten van de bomen'.
De tuin is ineens niet meer hetzelfde voor Eva. De boom van het leven is niet langer het centrum van alles in de hof (zie 2:9). Ze heeft die boom niet eens genoemd! In haar andere beleving van de werkelijkheid, is het de verboden boom waar het allemaal om draait. Leven is ineens gemengd met een nieuw, onheilspellend gevoel.
Eva verzwaart ook Gods verbod met haar eigen toevoeging, "je mag het niet aanraken." In haar achterhoofd is de beperking steeds meer van belang. Tegelijkertijd zwakt ze Gods dreiging van een straf af: "je zult zeker sterven" wordt het zwakkere "opdat je niet sterft."
Als de slang dat in de gaten heeft, springt hij in op haar afzwakkende formulering en doet daar nog een schep bovenop, hij verdraait het naar het tegenovergestelde: "Je zult niet sterven."
Nu zien we dat hij helemáál geen informatie van Eva nodig heeft. Hij weet precies wat God had gezegd.
En de slang doet alsof hij Eva laat delen in een belangrijk geheim:
"Eva, ik zal je een plezier doen. Eigenlijk háát ik het om dit te verklappen maar je verdient het om de waarheid te weten: God heeft een heel ander motief dan 'liefde' om je deze beperking op te leggen.
De waarheid is dat God je wil tegenhouden om gebruik te maken van je potentiële mogelijkheden. Besef je niet dat God Zélf deze kennis heeft van goed en kwaad? Hij weet wat het leven verrijkt en wat het ruïneert! En Hij weet dat deze vrucht jullie beiden dezelfde kennis geeft, zodat je zal stijgen tot Zijn niveau van inzicht en controle. Eva, het zal een schok voor je zijn, maar God houdt je in de tang. Hij is niet je vriend, Hij is je rivaal!
Eva, je moet Hem te slim af zijn. Ik weet dat het in deze Tuin aangenaam en plezierig genoeg lijkt, maar, echt, het is een gigantische truc om je hier vast te houden, omdat God zich bedreigd voelt door wat jullie beiden kunnen worden. Deze boom, Eva, is je enige kans om de mogelijkheden die je hebt ook te bereiken. In feite, Eva, is het zo dat als je niet eet van deze boom, je zeker zult sterven! "
Leugen
Dat was een leugen, groot genoeg om heel het leven opnieuw, maar nu ánders te interpreteren - en aantrekkelijk genoeg, om Eva's loyaliteit aan God te verleggen naar haarzelf. De leugen vertelde haar, dat gehoorzaamheid neer komt op een zelfmoorpoging, dat nederigheid kleinerend is en dienstbaarheid gelijk staat aan slaafsheid. En terwijl het in werkelijkheid niet bestaat, groeit er in Eva een steeds sterker gevoel van onrechtvaardigheid. Nadat hij de leugen in haar gedachten heeft geplant, valt de slang stil en laat zo Eva's nieuwe perceptie van de werkelijkheid zijn werk doen (3:6). Als we lezen wat er staat in Genesis, kunnen we ons voorstellen wat haar gedachten hadden kunnen zijn:
Dat was een leugen, groot genoeg om heel het leven opnieuw, maar nu ánders te interpreteren - en aantrekkelijk genoeg, om Eva's loyaliteit aan God te verleggen naar haarzelf. De leugen vertelde haar, dat gehoorzaamheid neer komt op een zelfmoorpoging, dat nederigheid kleinerend is en dienstbaarheid gelijk staat aan slaafsheid. En terwijl het in werkelijkheid niet bestaat, groeit er in Eva een steeds sterker gevoel van onrechtvaardigheid. Nadat hij de leugen in haar gedachten heeft geplant, valt de slang stil en laat zo Eva's nieuwe perceptie van de werkelijkheid zijn werk doen (3:6). Als we lezen wat er staat in Genesis, kunnen we ons voorstellen wat haar gedachten hadden kunnen zijn:
"Het ziet er niet bepaald dodelijk uit, of wel? Eigenlijk loopt het water me in de mond! Hoe kan een goede God zo'n goed iets verbieden? Hoe kan een rechtvaardige God het hier voor onze neus houden en dan van ons verwachten dat wij het genot ervan ontkennen? Het is ook nog van een intrigerende schoonheid! En met het inzicht wat het tot gevolg heeft, kan ik onszelf bevrijden van de afhankelijkheid van onze Schepper. En wie weet? Als Hij erachter komt dat we Hem dóór hebben, neemt Hij deze boom weg en zullen we in deze gevangenis voor eeuwig vastzitten. Laten we eten nu we de kans krijgen!"
Zonde
Na de zorgvuldige, gedetailleerde beschrijving van de misleiding van Eva, wordt de daadwerkelijke zonde van Adam en Eva beschreven als een simpel feit, zonder een enkel spoor van emotie: "Ze nam wat en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at het op "(3:6 b)".
Let goed op wat de tekst zegt en wat het niet zegt. De tekst zegt niet: "Ze nam wat en at ervan, haar man, die bij haar was, nam ook wat en at."
Wat er echt gebeurde is veelzeggend. Eva eigende zich Adams 'hoofdschap' toe en ging voorop in de zonde, zij werd misleid. En Adam, die naar het lijkt, passief erbij stond en de misleiding liet gebeuren zónder in te grijpen - Adam van zijn kant, verliet zijn verantwoordelijke positie als hoofd. Beiden waren verkeerd en samen trokken ze het menselijk ras omlaag in zonde en dood.
Je proeft in deze beschrijving de revolutionaire redeneringen van de tegenwoordige tijd. Ook die vormen een verleiding waarvoor gelovigen op hun hoede moeten zijn.
BeantwoordenVerwijderen