When I was young, it seemed that life was so wonderful, a miracle,
oh it was beautiful, magical..
and all the birds in the trees, well they'd be singing so happily,
oh joyfully, playfully watching me
Zo begon een lied wat ik laatst weer hoorde en het heimwee laat horen naar 'when I was young' toen het leven nog ongecompliceerd was.... een wonder, prachtig en zelfs magical... Een soort paradijs waar ik in mijn vorige blogje aan refereerde waar de onschuld nog aanwezig was - en juist daar spreken deze eerste versregels ook van: het kind-zijn en de verwondering en de vanzelfsprekendheid in hoe je het leven beleefde. Dit hoort bij kinderen, die ook het bestaan van (een) God als vanzelfsprekend aannemen en in het lied is het leven 'magic'. Zij hebben als het ware nog antennes die gevoelig zijn voor het ontvangen van de dingen die met het bovennatuurlijke te maken hebben. - want voor zodanigen is Gods koninkrijk - Ook is hun wereld nog klein en overzichtelijk, beschermd zodat je je vrij voelt als dat vogeltje dat is playfully watching me...
Maar ja, verderop in het lied was het tijd om naar school te gaan en van alles te leren. Je verstand te gebruiken bijvoorbeeld, en leer vooral logisch na te denken, te redeneren... (bestaat het wonder dan nog? In ieder geval is de 'magic' om zeep geholpen)
But then they sent me away to teach me
how to be sensible,
logical, oh responsible, practical.
And then they showed me a world
where I could be so dependable,
oh clinical, oh intellectual, cynical
En de wereld waar ik in terecht kwam en op moest vertrouwen, was ineens zo anders 'klinisch', intellectueel en cynisch. Erg zonder al de dingen die het kind-zijn zo kenmerkt... en je ziet hier dat deze kennis die puur met je hoofd te maken heeft, je zeker tegenwoordig, in een wereld brengt waar God als het ware weggeredeneerd is, en daarmee alles wat bij Hem vandaan komt.... wat overblijft is cynisme. Het blokkeert de weg om Hem te leren kennen, je komt verder af van je oorsprong en je bestemming. De Schriftgeleerden zijn dan ook hoogst verontwaardigd dat de kinderen juichen als ze de wonderen van Jezus zien. Maar uit de mond van kinderen komt nu net de lof voor de Heer. En al de verstandelijke kennis die je opdoet, brengt je verder bij Hem vandaan als je alles wat je leert niet plaatst in het licht van Gods woord. En zo komt - al lijkt het vreemd - de vraag terug:
There are times when all the world's asleep
for such a simple man.
Won't you please, please tell me what we've learned
I know it sounds absurd
but please tell me who I am
Al heel wat geleerd maar nog steeds niet wie je bent... Dit probleem deed me denken aan Adam en Eva die door het eten van de boom der kennis van goed en kwaad, juist niét te weten komen wie ze nu eigenlijk zijn, maar verder van huis zijn: wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven - al weet je nu veel van goed en kwaad... en doen we veel kennis op wat steeds aan die vraag (is het goed of kwaad?) gerelateerd is.
En als je dan wat anders wil dan het klinische, het cynisme... en je gaat daarnaar opzoek, pas dan op want je valt zo buiten de algemeen aanvaardbare norm.
Ze noemen je dan zomaar een vrijbuiter, een radicaal, je hoort plotseling bij de fanatici terwijl de maatschappij je respectable, oh presentable, wil hebben (...zegt het volgende couplet)
En als je dan wat anders wil dan het klinische, het cynisme... en je gaat daarnaar opzoek, pas dan op want je valt zo buiten de algemeen aanvaardbare norm.
Ze noemen je dan zomaar een vrijbuiter, een radicaal, je hoort plotseling bij de fanatici terwijl de maatschappij je respectable, oh presentable, wil hebben (...zegt het volgende couplet)
En het eind van het liedje is nog steeds de vraag in een terugkerend refrein: wat hebben we nu geleerd - of hebben we van alles afgeleerd? I know it sounds absurd but please tell me who I am...
Want alleen onze Schepper weet wat écht goed voor ons is, en wil dat we Hem leren kennen. Dan komen we, als we Christus hebben ontvangen. zelfs tot een volledig inzicht.... weten we eindelijk wie we zijn:
Geliefden, nu zijn wij kinderen van God,
en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn.
Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn;
want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
1 Johannes 3 vers 2 en 3