zondag 27 november 2011

Please tell me who I am...



When I was young, it seemed that life was so wonderful, a miracle, 
oh it was beautiful, magical.. 
and all the birds in the trees, well they'd be singing so happily, 
oh joyfully, playfully watching me


Zo begon een lied wat ik laatst weer hoorde en het heimwee laat horen naar 'when I was young' toen het leven nog ongecompliceerd was.... een wonder, prachtig en zelfs magical... Een soort paradijs waar ik in mijn vorige blogje aan refereerde waar de onschuld nog aanwezig was  - en juist daar spreken deze eerste versregels ook van: het kind-zijn en de verwondering en de vanzelfsprekendheid in hoe je het leven beleefde. Dit hoort bij kinderen, die ook het bestaan van (een) God als vanzelfsprekend aannemen en in het lied is het leven 'magic'.  Zij hebben als het ware nog antennes die gevoelig zijn voor het ontvangen van de dingen die met het bovennatuurlijke te maken hebben. - want voor zodanigen is Gods koninkrijk - Ook is hun wereld nog klein en overzichtelijk, beschermd zodat je je vrij voelt als dat vogeltje dat is playfully watching me...

Maar ja, verderop in het lied was het tijd om naar school te gaan en van alles te leren. Je verstand te gebruiken bijvoorbeeld, en leer vooral logisch na te denken, te redeneren... (bestaat het wonder dan nog? In ieder geval is de 'magic' om zeep geholpen)


But then they sent me away to teach me 
how to be sensible,
logical, oh responsible, practical.
And then they showed me a world 
where I could be so dependable,  
oh clinical, oh intellectual, cynical

En de wereld waar ik in terecht kwam en op moest vertrouwen, was ineens zo anders 'klinisch', intellectueel en cynisch. Erg zonder al de dingen die het kind-zijn zo kenmerkt... en je ziet hier dat deze kennis die puur met je hoofd te maken heeft, je zeker tegenwoordig, in een wereld brengt waar God als het ware weggeredeneerd is, en daarmee alles wat bij Hem vandaan komt.... wat overblijft is cynisme. Het blokkeert de weg om Hem te leren kennen, je komt verder af van je oorsprong en je bestemming. De Schriftgeleerden zijn dan ook hoogst verontwaardigd dat de kinderen juichen als ze de wonderen van Jezus zien. Maar uit de mond van kinderen komt nu net de lof voor de Heer. En al de verstandelijke kennis die je opdoet, brengt je verder bij Hem vandaan als je alles wat je leert niet plaatst in het licht van Gods woord. En zo komt - al lijkt het vreemd - de vraag terug:

There are times when all the world's asleep
the questions run too deep
for such a simple man.
Won't you please, please tell me what we've learned
I know it sounds absurd
but please tell me who I am
 
Al heel wat geleerd maar nog steeds niet wie je bent... Dit probleem deed me denken aan Adam en Eva die door het eten van de boom der kennis van goed en kwaad, juist niét te weten komen wie ze nu eigenlijk zijn, maar verder van huis zijn: wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven - al weet je nu veel van goed en kwaad... en doen we veel kennis op wat steeds aan die vraag (is het goed of kwaad?) gerelateerd is. 
En als je dan wat anders wil dan het klinische, het cynisme... en je gaat daarnaar opzoek, pas dan op want je valt zo buiten de algemeen aanvaardbare norm.
Ze noemen je dan zomaar een vrijbuiter, een radicaal, je hoort plotseling bij de fanatici terwijl de maatschappij je respectable, oh presentable, wil hebben (...zegt het volgende couplet)

En het eind van het liedje is nog steeds de vraag in een terugkerend refrein: wat hebben we nu geleerd - of hebben we van alles afgeleerd I know it sounds absurd but please tell me who I am... 
Want alleen onze Schepper weet wat écht goed voor ons is, en wil dat we Hem leren kennen. Dan komen we, als we Christus hebben ontvangen. zelfs tot een volledig inzicht.... weten we eindelijk wie we zijn:

Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, 
en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. 
Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; 
 want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
1 Johannes 3 vers 2 en 3



zondag 13 november 2011

Die Schöpfung! (Adam en Eva 1)

In mijn reeks blogjes over de 10 mooiste Bijbelverhalen van Zwolle, wordt het hoog tijd dat ik wat schrijf over het verhaal dat op de negende plaats is geëindigd: de schepping. In oktober stond deze geschiedenis centraal maar het heeft zo moeten zijn dat ik er nu pas aan begin. Want gisteravond was ik bij 'die Schöpfung', heb ik gehoord hoe de schepping ontstaan is ... maar ook gezien en dat niet alleen omdat ik in de zaal zat waar het live uitgevoerd werd, maar ook omdat de muziek uitbeeldt wat er wordt gezongen.

Dat geeft me een prachtig excuus om het nu niet te hebben over de historische betrouwbaarheid van Genesis 1, hoe lang de dagen hebben geduurd en of Adam en Eva echt hebben bestaan als het eerste mensenpaar, dat helaas in zonde viel... Dat geloof ik trouwens allemaal, maar in dit blogje laat ik me leiden door de schepping van Haydn, zoals hij die verwoordde en vervatte in muziek. De teksten komen uit de Bijbel maar ook uit 'Paradise lost' (wat ineens hoog op mijn lijstje van nog-te-lezen-boeken staat) Bijzonder is het te lezen dat Haydn zelf erg geroerd was toen hij de Duitse versie van zijn tekst voor dit oratorium las, in 1791 geproduceerd door Gottfried Baron van Swieten. "Elke dag knielde ik neer en bad God mij de kracht te geven dit werk te voltooien."
Ook bijzonder dat wij meer dan 200 jaar later, nog kunnen luisteren naar dit voor mij geheel onbekende werk. Dat heeft als nadeel dat je niets herkent, maar ook een voordeel: dat je letterlijk verrast kan worden. En dat gebeurde!

Uitvoering van 'die Schöpfung' 1808 in Wenen

 Bij de linkjes van Die Schöpfung
- kies en klik linksonder welke uitvoering je wilt horen
- klik op: 'libretto' voor de teksten

De schepping begint met chaos en Haydn laat de drie engelen Uriël, Gabriël, en Rafaël bezingen wat er gebeurt. 'Het worde licht' hoor je ook in de muziek, als een belangrijk moment. De afvallige engelen sidderen, 'vluchten omlaag naar de eeuwige nacht in de diepten van de afgrond' en op aarde wordt er iets prachtigs geschapen: 'een nieuwe wereld ontstaat door Gods woord. . 
Je hoort ook de zon, 'die in volle luister opgaat; een vreugdevolle bruidegom, een trotse en blijde reus die langs zijn baan snelt'... de maan die langzaam langs de hemel gaat....  Je ziet de wateren wemelen van leven, de vogels in zwermen door de lucht gaan zoals in de bekende beelden van 'Life'.
In een sfeer van onschuld en verwondering (zoals van het plaatje hiernaast) komen alle dieren tot leven. Uiteindelijk wordt ook de mens geschapen.
En de engelen jubelen over elke nieuwe dag (dat doet me ineens denken aan het boek Job), zij bezingen Gods grootheid met citaten uit de psalmen. Het is één groot stuk over de grootheid van de Schepping en Gods almacht die we daarom mogen prijzen:
De drie engelen zingen:
Tot U o Heer ziet alles op, om voedsel smeken allen U, Gij opent Uw hand en zij worden verzadigd.
Gij keert van hen Uw aangezicht; dan siddert alles en verstijft. Gij neemt hun adem weg, zij vervallen tot stof. - Hier wordt subtiel verwezen naar de gevolgen van de zondeval, maar snel keren we terug tot het Paradijs: -
De adem blaast Gij weder in en overal ontstaat nieuw leven
Koor: Voltooid is nu het grote werk, laat ons lied de Heer prijzen. Laat alles Zijn naam loven, want Hij alleen is de Verhevene! Halleluja!
Adam en Eva in het paradijs, twee gelukkig mensen die nog geen weet hebben van verkeerde dingen, maar alles om hen heen én elkaar, aanvaarden zoals het komt. In onschuld, niet kennende goed en kwaad, zich niet bewust van het feit of iets goed of verkeerd is in wat ze zeggen of doen - ook zonder het gevoel van schuld wat daar altijd direct bijhoort, ermee verbonden is. De engelen zien hen en Rafaël beschrijft:
Door rozenwolken breekt, gewekt door zoete klank, de morgen jong en schoon. Vanaf het hemelgewelf stroomt zuivere harmonie naar de aarde. Ziet het gelukkige paar, hoe het hand in hand gaat. Uit hun ogen straalt een warm gevoel van dank. Straks zingt hun mond op luide toon de lof van de Schepper. Laten onze stemmen zich dan vermengen met hun lied!
Ineens viel mij op, dat onze tegenwóórdige wereld écht bestaat uit goed en kwaad en dat de onschuld verdwenen is - behalve bij ja: onschuldige kinderen....
En je kunt lacherig doen over Eva die Adam toezingt dat zijn wil haar wet is - want eigenlijk vinden we dat met z'n allen in onze geëmancipeerde maatschappij toch wel achterhaald. Maar in het paradijs was Adam ook nog 'niet kennende goed en kwaad' en zal hij zijn vrouw niet met 'zijn' wet om de oren hebben geslagen op de manier van: 'je moet nu dit en ik wil nu dat!' Het duet van Adam en Eva is één groot liefdeslied. Prachtig gezongen door de solisten die het met grote overtuiging konden brengen (zodat mensen die vlak bij ons zaten en het vaker hadden gehoord, zeiden dat ze het nog nooit zo hadden meegemaakt!)
Deze 'paradijselijke' toewijding aan elkaar lijkt een sprookje, en is inderdaad niet iets van deze gevallen wereld. Toch zouden we als gelovigen het kunnen herkennen omdat we hier eigenlijk luisteren naar Christus die Zijn gemeente liefheeft en naar de Gemeente (wij als gelovigen bij elkaar) die op haar beurt in alles naar Hem wil luisteren. Dan wordt hun liefdeslied dieper van betekenis als Adam zingt:
Ik leid u thans en ieder stap wekt nieuwe vreugde in ons gemoed, toont ons nieuwe wonderen aan. Begrijpen zult gij dan welke wonderen de Heer ons heeft toegedacht. Hem prijzen en Hem hart en ziel wijden. Kom volg mij, ik zal u leiden.
Evenals de reactie van Eva:
O Gij, voor wie ik werd! Mijn steun, mijn schild, mijn al! Uw wil is wet voor mij. Dat heeft de Heer bepaald, en u te volgen geeft mij vreugde geluk en roem!
Je ziet op zo'n moment 'een ideaal plaatje' geschilderd worden, en drong het tot mij door dat deze eerste man en vrouw een heel bijzondere relatie moeten hebben gehad.
De engel Uriël antwoordt hen aan het eind als een waarschuwing dat 'hun geluk steeds zal voortduren als geen valse waan hen zal verleiden om meer te wensen als zij hebben en meer te weten dan is toegestaan'. - En hoe heftig zal die zondeval en daardoor de intrede van het besef van goed en kwaad, ingegrepen hebben. Het feit kennen we allemaal en lezen we als een gegeven, ja zo ging dat en ze moesten uit de hof verdwijnen.. Maar ze kwamen vanuit het paradijs wel héél hard met beide benen op de grond die ineens doornen en distels voortbracht.
Sindsdien is goed en kwaad en de eeuwige strijd die dat geeft in de hele schepping niet meer weg te denken. Wij weten en kennen dan ook niet anders, maar Adam en Eva wel! Als je de solisten zo die woorden van onbevangen vertrouwen elkaar ziet toezingen, besef je hoe weinig er over is van deze vanzelfsprekendheid in relaties, in huwelijken tussen man en vrouw, het kost ons vaak veel moeite en inspanning - en datzelfde contrast is er als je de schepping krijgt voorgesteld in al haar pracht, en het vergelijkt met de aarde waarop nu wij leven.

Toch is het goed om als het ware stil te staan in het paradijs en ervan te genieten hoe mooi het ooit was. Waarom? Omdat het laat zien hoe God is en Hem ervoor te prijzen! Dat Hij alles zo prachtig en zéér goed geschapen heeft en het zelfs nu nog steeds spreekt van Gods grootheid. Al is er veel veranderd en zucht deze schepping onder alle zonde en verdorvenheid die nu zo zichtbaar is. Maar we  mogen weten dat ze daarvan bevrijd zal worden. Er komt een rijk waarin de Heer regeert en de paradijselijke toestand dicht genaderd zal worden, de woestijn zal bloeien als een roos en de leeuw ligt bij het lam.

Straks als de nieuwe hemel en aarde er zijn, zal alles volmaakt zijn. En als je dit muziekstuk hebt beleefd, weet je dat het dan - al is het waarschijnlijk op een andere manier - weer een prachtige "Schöpfung" zal zijn, die niet meer verstoord zal worden. Wij mogen dan, véél meer dan Adam en Eva zelfs in het paradijs ooit hebben gedaan, delen in Zijn heerlijkheid - waar engelen zelfs zouden willen inkijken.... Wanneer de 'tijd' voorbij is en God niet alleen komt wandelen met de mens in de avondkoelte, maar voor eeuwig bij hen zal wonen...

Wie overwint, hem zal Ik geven 
te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.

En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen:
Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, 
en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn,
en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen,
en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, 
want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

maandag 7 november 2011

Al gesetteld? (in de hemel...)

Een tijdje geleden zag ik op een ander blog een prachtige overview van het land Israël - het land waar ik nog nooit in levende lijve ben geweest maar wat toch altijd tot de (mijn) verbeelding spreekt. Het betreffende filmpje (echt even hier kijken!) geeft een erg mooi beeld; vooral Jeruzalem werd meer levend, kreeg een diepere dimensie omdat je die dimensie ook echt ziét: de hoogteverschillen, de uitgestrektheid van de stad die zó pas in volle omvang duidelijk wordt.
En alhoewel ik er nog steeds niet 'ín real life' geweest ben, is het wel meer werkelijkheid geworden ...
Eigenlijk kun je door deze film je voorstellen hoe Mozes van God 'in vogelvlucht' hetzelfde land te zien heeft gekregen toen hij op de berg Nebo was - dat beloofde land waar hij niet binnen mocht gaan vanwege zijn ongehoorzaamheid, hij moest het doen met die Goddelijke overview...

De strijd van Mozes.
In ons leven nu zijn we als het ware als Mozes, we zijn op reis ... en onze beloofde bestemming ligt nog vóór ons. We zijn er nog niet letterlijk en onze voeten hebben er nog niet gestaan. Maar désondanks kunnen wij het wel al zien, ervan genieten  - zoals Mozes het land te zien kreeg vanaf de berg en hij zo wist hoe het eruit zag - Onze erfenis is namelijk een gééstelijk land, te zien met onze geestelijke ogen, zoals het filmpje je meeneemt door Israël heen.
Hoe dat kan? Niet omdat wij als gelovigen zélf al zover zijn maar omdat alles wat wij bezitten in Christus te vinden is. En we mogen het al bezitten als we 'in Christus' zijn. In Hem blijven is dan ook een belangrijke opdracht die de Here Jezus Zelf ons geeft.

Amalek

En terwijl we als het ware als Mozes nog onderweg zijn in de woestijn, hebben we hier ten eerste een strijd te strijden om in Hem te blijven - wat ook vaak te maken heeft met je eigen 'ik', je vlees dood te houden. Opdat wij niet zouden verlangen naar kwade dingen, zoals staat in in 1 Korinthe 10 waar we vergeleken worden met het volk Israël, allemaal in Mozes gedoopt in de wolk en de zee. Want we kunnen gelóven dat Christus voor ons gestorven is, maar desondanks kan het nog een theoretische kwestie blijven, het wéten moet als het ware wortel schieten zodat het gaat leven - en kom je erachter dat dit betekent dat 'jijzelf niet meer leeft, maar Christus leeft in jou...'
Pas als we zover zijn dat we zelf weten 'meegestorven te zijn' met de Here Jezus, kan het nieuwe leven echt openbaar worden. En dat gevecht zal iedere oprechte gelovige in zijn leven meemaken - zoals het volk Israël geconfronteerd werd met Amalek en de strijd moest aangaan. En Mozes werd ondersteund door Aäron en Hur om zijn handen omhoog te kunnen houden zodat Israël de overhand behield en uiteindelijk het gevecht kon winnen... Dit was toen en is ook nu een strijd - waarin we (ook in de geestelijke betekenis voor nu) door het gebed anderen ondersteuning kunnen bieden.

De strijd van Jozua

Door zo het nieuwe leven ruim baan te geven kunnen we daarna die andere strijd voeren: de geestelijke strijd om het beloofde land in bezit te nemen... En dan komt die andere leider in zicht, Jozua, veertig jaar eerder één van de twaalf verspieders, die er - in tegenstelling tot de tien anderen - samen met Kaleb er het volste vertrouwen in had dat het goed zou komen om binnen te trekken: de reuzen kunnen verslagen worden want 'de strijd is des Heren'. En onvoorstelbaar wat een rijkdommen, vruchten van het land zijn er te vinden: het is een land van melk en honing!

- Een apart idee dat het tegenwoordige Israël  nog steeds strijd kent, en ook in deze tegenwoordige situatie is er achter de werkelijkheid die we zien, een geestelijke strijd die gevoerd wordt om het Heilige Land. Het zal niet heel lang meer duren totdat de echte rust er zal zijn maar pas nadat Jezus er Koning is geworden. -

Gilgal 

Israël kwam het land binnen na 40 jaar woestijnervaringen, was toen pas zover het land te veroveren wat hen beloofd was. En het eerste wat Jozua doet, is het volk besnijden... (ieder die in de woestijn was geboren, was nog niet besneden) Hierin ligt de les: Pas nadat je het oude leven daadwerkelijk hebt afgelegd, ben je geschikt voor de geestelijke strijd in de hemelse gewesten.
Wie komt Jozua dan ook direct na 'Gilgal' tegemoet? De Bevelhebber van het leger van de Heer, met getrokken zwaard. En de muren van Jericho vallen... het volk hoeft daarvoor niet eens zijn zwaard aan te raken... Steeds zullen ze dan ook terug moeten keren naar Gilgal - zoals wij elke keer weer moeten bedenken dat wij niet meer leven, maar het is: Christus in ons.
Ook valt er geen manna meer, maar de opbrengst van het land staat voor het volk klaar, zónder dat ze er ooit wat voor hebben gedaan. Daar mogen ze van eten. En, al eten wij van het manna, voeden wij ons onderweg met de Here Jezus als het hemelse brood - tegelijkertijd mogen wij ons voeden met de oogst die op het land voor ons klaarstaat: al die zegeningen in de hemelse gewesten mogen we ons toe-eigenen... Ze zijn ons als het ware zo in de schoot geworpen

Het zou fantastisch zijn als wij geen 40 jaar nodig hebben om zover te komen, dat God ons kan gebruiken om Zijn strijders en boodschappers te zijn op die plek waar we geestelijk gezien nu al mogen zijn. Het geheim wat we mogen uitdragen? Christus in ons waardoor we kunnen overwinnen én alle schatten al mogen bezitten.


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...

Linkwithin

http://www.linkwithin.com/install?platform=blogger&site_id=2144441&url=http%3A//gerda-overvanallesennogwat.blogspot.com/&email=evanschagen61%40gmail.com#