Al zijn alle 10 'mooiste Bijbelverhalen' inmiddels bekend, ik ben nu bij het verhaal op de vijfde plek: de gelijkenis van de verloren zoon. Rembrandt
heeft al een prachtig schilderij aan de terugkeer van deze zoon
gewijd, Henry Nouwen schreef er een inmiddels beroemd boek over en ook
op andere manieren kwam het dichtbij. Wat zou ik er nog van kunnen
zeggen? Misschien daarom wel, wil
ik het nu eens niét hebben over dat wat bij de meeste mensen bekend is:
'zoon vertrekt met erfenis, verbrast die in het buitenland en komt, na
bij de varkens te hebben gezeten terug bij zijn vader, die - op de
uitkijk staande - hem uit de verte aan ziet komen en hem in zijn armen
sluit...'
Wat mij de laatste tijd namelijk nogal bezig houdt is een boek wat ik las, met het verhaal van een zoon die alles weet,
maar er uiteindelijk voor kiest om bij de Vader weg te gaan... of moet
ik zeggen: bij God vandaan, die hij waarschijnlijk nooit als vader heeft
gezien. De achtergrond waartegen het speelt is mij erg bekend en geeft
zo het verhaal extra impact.
Als ik de betreffende gelijkenis in Lucas 15 lees en de twee zonen zie - we zéggen altijd dat het over 'de verloren zoon' gaat maar er staat: Iemand had twee zonen - dan heeft de hoofdpersoon uit het boek, voor mij méér weg van de oudste zoon,
die jaloers was toen zijn verloren broer terugkwam en het gemeste kalf
werd geslacht, er groot feest gevierd werd... Want hij verlangt diep in
zijn hart ook naar zo'n soort welkom van de vader - om diens blijdschap
en liefde te zien voor hém. Voor hem is er nooit flink uitgepakt; hij
bleef netjes thuis en zijn erfenis is er nog niet doorheen gejaagd. En hij is verontwaardigd.
Hier
zie je het gevaar geïllustreerd dat er ligt in 'het altijd er al zijn',
'alles kennen' met je verstand. Ik herken het feit dat je 'alles' weet
omdat je erbij opgegroeid bent, je geen aanwijsbare bekering hebt
meegemaakt. Het kan echter verdraaid lastig zijn om van het
verstandelijke weten dan
bij het hart terecht te komen. Het hart waar je uiteindelijk moet zijn
om God ook echt als een liefdevolle Vader te zien en te ervaren...
Want terwijl deze oudste zoon zo dicht in de nabijheid van de vader was, is het besef daarvan nooit echt doorgedrongen. En de liefde van de vader, die
voor het grijpen ligt, heeft nog nooit zijn hart getroffen. Je zou
bijna zeggen dat hij zelfs met zijn verstand deze liefde niet heeft
gekend en was het alleen plichtsbesef dat hij bij de vader bleef en zijn
werk deed...
'Echt' worden
Dit alles zie ik terug in het betreffende boek waar ik al wat interviews van heb gezien en wat ik nu las: De vader en de zoon... en de zoon weet alles en heeft zich altijd aangepast maar het was een masker... Maar
nu, na vele jaren neemt hij er geen genoegen meer mee om een religieus
leven te leiden wat er aan de buitenkant helemaal OK uitziet: je spreekt de woorden en redenaties uit zoals het gebruikelijk is onder de christenen waaronder je opgroeit, je gedraagt je op de manier die van je verwacht wordt, maar alleen uit plichtsbesef.
En
natuurlijk, iedereen moet in zo'n omgeving op een bepaald moment keuzes
maken omdat je toch in zekere zin worstelt om de wereld van thuis en
wat je 'buiten' tegenkomt, met elkaar in overeenstemming te brengen -
met alles wat daarbij komt kijken.
Het
verhaal in dit boek gaat echter veel verder, beschrijft de bevrijding
van knellende banden, van verwachtingen van je omgeving die te hoog
gegrepen waren. Het laat zien dat je er niet kómt als je in twee
werelden leeft en uiterlijk te zijn waar je innerlijk een aversie tegen
hebt. De boodschap en teneur van het boek is, dat het goed is om echt te worden
en aan het eind heeft de hoofdpersoon zijn masker laten vallen - al
hield dat in dat hij zijn geloof vaarwel moest zeggen. Die bevrijding is
alle moeite waard, ook al 'trekken' veel mensen het niet dat hij helemaal 'nieuw', ánders is geworden. Hij is daar óók vrij van: 'het zij zo, ik zit er niet mee'.
Tot het laatste zinnetje - als hij zich af heeft gevraagd of liefde nog terug kan komen en hij 'nu voor het eerst somber' langs zijn gesprekspartner naar buiten kijkt.
En was de boodschap voor mij ineens een stuk minder bevrijdend dan het eerst leek.
Tot het laatste zinnetje - als hij zich af heeft gevraagd of liefde nog terug kan komen en hij 'nu voor het eerst somber' langs zijn gesprekspartner naar buiten kijkt.
En was de boodschap voor mij ineens een stuk minder bevrijdend dan het eerst leek.
'Jezelf vinden' is tegenwoordig helemaal in en ik ben het er wel mee eens dat je dan een eind bent. Maar velen zien dit als het eindpunt (soms zelfs als een bekering - tot God of een thuiskomen) terwijl het een begin is. In dit verhaal waar
de auteur eigenlijk zijn eigen geschiedenis beschrijft (al heet de
hoofdpersoon anders en is het één en ander in een andere setting gezet),
lijkt het voltooien van die zoektocht ook het eindpunt te zijn. De
relatie met zijn aardse vader is nu beter dan ooit, ze weten wat ze aan
elkaar hebben en natuurlijk is het een geweldige ervaring helemaal jezelf kunnen zijn. Ook
kan hij nu uiten wat hij heel lang alleen maar dácht: dat hij God al
lang geleden vaarwel heeft gezegd - als een parallel met de oudste zoon
in Lucas 15, die naar mijn idee, aan het eind van de gelijkenis meer de verloren zoon lijkt te zijn en het is niet duidelijk hoe het afloopt.
Zo noemt de auteur van het boek zich na 'zijn dood' en 'wedergeboorte' (zoals hij zijn proces benoemt) meer een 'agnost' ... weet niet meer of God er is.
Geef je hart
Geef je hart
Maar
toch, al is het boek af, het verhaal gestopt, het eind is nog open.
Want hij kent de Bijbel van haver tot gort, dat Boek wat nogal wat
pretenties heeft. Het was ook erg onwerkelijk om
al de bekende teksten in het verhaal tegen te komen, afstandelijk
becommentarieerd door iemand die weet waar het over gaat maar de
essentie niet heeft opgepakt - want de liefde ontbreekt, gezien de harde
en veroordelende preken van de hoofdpersoon/voorganger uit het boek.
En als dit verhaal dan éigenlijk gaat over echtheid en echt wórden, wens ik dat hij - al is het misschien pas over een tijd, zelf zal gaan onderzoeken wat er ‘echt’ is aan alles wat voor hem altijd alleen theorie is gebleven.
Alleen God is in staat barrières in het leven van mensen weg te halen, mede door ons gebed. Ook in het leven van de schrijver, zodat hij antwoord zal krijgen op de vragen die hij vroeger niet stelde... toen het sowieso niet gebruikelijk was om te praten over de diepere dingen en wat je ergens van vond. Hij is nu zover om de waarheid te zeggen, dat religie waar je hart niet bij betrokken is, niets voorstelt... dat je daar wel zonder kunt!
En als dit verhaal dan éigenlijk gaat over echtheid en echt wórden, wens ik dat hij - al is het misschien pas over een tijd, zelf zal gaan onderzoeken wat er ‘echt’ is aan alles wat voor hem altijd alleen theorie is gebleven.
Alleen God is in staat barrières in het leven van mensen weg te halen, mede door ons gebed. Ook in het leven van de schrijver, zodat hij antwoord zal krijgen op de vragen die hij vroeger niet stelde... toen het sowieso niet gebruikelijk was om te praten over de diepere dingen en wat je ergens van vond. Hij is nu zover om de waarheid te zeggen, dat religie waar je hart niet bij betrokken is, niets voorstelt... dat je daar wel zonder kunt!
Het zou zo mooi zijn als hij zijn zoektocht voortzet en gaat ontdekken dat Jezus synoniem is voor 'echtheid'... en als je aan Hem je hart verliest, hij uiteindelijk ook zijn hemelse Vader zal vinden.
Dan ben je pas echt thuis! Bij de Vader die tegen zijn oudste zoon zegt: Kind, jij bent altijd bij mij (je hebt altijd alles over Mij geweten!) en al het mijne is van jou.
Die thuiskomst wens ik alle 'oudste zonen' en dochters, toe. Want alles wat van de Vader is, ligt op jou te wachten.