vrijdag 17 juni 2011

Gods wens, onze hoop?

Vorig jaar was ik bij een concert van Sela - ze waren bezig met een nieuwe CD en we hoorden daar natuurlijk allerlei nummers van... Welke vond ik toen ook alweer zo mooi? Dat kan je zomaar weer vergeten als het maar lang genoeg geleden is. Maar ik denk wel dat het onderstaand lied was, en -  met gevaar voor een discussie over de uitverkiezing - ... toch een blogje hierover.

En ik las nu bij de tekst dat dit lied gemaakt is n.a.v. Efeze 1 en 2 en Kolossenzen 1 en 2. En met die uitverkiezing ben ik het helemaal eens! Wij christenen zijn hemelburgers die deel hebben aan Christus... onze hoop! Uitgekozen om de hemel te bevolken...
Een dat is een heel andere plek dan de gelovigen van het Oude Testament en uit andere 'tijden' dan nu, later zullen hebben -  zij die het aardse koninkrijk binnen zullen gaan, vanaf de grondlegging van de wereld voor hen klaargemaakt...

En misschien wil je later liever op de aarde leven omdat we ons daar een veel betere voorstelling van kunnen maken  - we zijn vaak toch nog zo aards, dat is ook wat we kennen als we om ons heen kijken. En de schepping is erg mooi, zelfs in de gevallen staat. Een schepping waarvan de vloek is opgeheven zal helemaal geweldig zijn om in te leven.
Als op aarde dan ook nog gerechtigheid heerst, waar mensen God gehoorzamen en Hij de koning zal zijn, maakt het nog meer bijzonder. Hierover lees je ook veel in de Psalmen - en in de kerk zing je dan ook nog eens daarvan; vandaar dat die aardse toekomst veel meer tot de verbeelding spreekt dan 'altijd in de hemel zijn'... - alleen maar zingen de hele dag, al zou ik dat niet zo erg vinden...

Maar die hemelse hoop en roeping, dat hemelse koninkrijk? Hoe zit het daarmee? Is dat dan voor eventjes als ons leven op aarde voorbij is, totdat de Here Jezus terugkomt 'en we allemaal op de nieuwe aarde zullen leven', zoals veel wordt gedacht? Wat is er nu zo speciaal aan die hemelse verkiezing?
Dat is die heel bijzondere plek die God voor ons heeft bestemd (al durf ik de woorden bijna niet in de mond te nemen) Jij en ik - alle gelovigen nu, die samen de gemeente vormen, zijn speciaal gegeven aan de Here Jezus. Als het ware een cadeau van de Vader aan Zijn Zoon... te lezen in Johannes 17 en het houdt veel méér in dan 'gered zijn' ...
Hier lees je Gods gedachten om ons tot Zijn kinderen te maken, vóórdat er ooit een zondeval was geweest - waarvan we gered moesten worden. Zelfs voordat deze schepping er was! En de Here Jezus wil dat 'zij bij Hem zijn die U mij hebt gegeven'... Zo dichtbij dat we de bruid worden genoemd, die één lichaam is met de Heer. Dat is de uitverkiezing die boven de aardse bestemming van de andere mensen uitgaat!

- Dat Adam en Eva intussen gezondigd hadden maakt het allemaal ingewikkelder, en het lijkt dan of de verkiezing erom draait of we gered zijn of niet - het gered zijn is natuurlijk een voorwaarde, maar eigenlijk een heel ander onderwerp -

En de Heer wil graag dat we weet gaan krijgen van deze bijzondere dingen (het was iets nieuws wat nooit eerder bekend was) zodat we vanuit die hoop leven: Christus Zelf uit de hemel te verwachten...
En zoals deze tekst het zegt, hebben we hiervoor de wijsheid van de Geest nodig. Hij is het onderpand in ons, de zekerheid dat het echt zal gebeuren. Dan zullen we al die rijkdommen en 'heerlijkheden' van de Here Jezus zien - waar we nu nog geen idee van hebben ...
En hebben de Vader en Zijn Zoon, eindelijk mensen bij zich, die dat huis van de Vader vol maken.

Zullen we Hem daar niet voor danken dat Hij ons bij Zich wilde hebben?


Gezegend is de Vader, die ons gezegend heeft 
Ons liefdevol gekozen en deel aan Christus geeft.
Met Hem zijn wij gestorven, begraven in zijn dood,
om opgewekt te leven; te leven van de hoop

Geworteld zijn in Christus, die ons zijn vruchten geeft,
van hoop, geloof en liefde; de vruchten van de Geest.
Vergevende de ander, verdragende elkaar,
gekleed in medeleven; zo dienen wij elkaar!

Geprezen is de Vader, die ons verzekerd heeft,
van liefde en genade; een leven door de Geest.
Wat kan ons van Hem scheiden? 
Geen leven en geen dood.
Wij roepen: Abba Vader: Uw goedheid is zo groot!

2 opmerkingen:

  1. En ik kreeg van een lezer al een mooie tekst door die ik jullie niet wil onthouden, en ook duidelijk laat zien dat die hemelse hoop iets is wat zo boven ons bevattingsvermogen uitgaat, dat we daarom misschien wel meer in het aardse denken, of in ieder geval in dingen waar we nog enigszins begrip van hebben...

    De tekst is
    Wat in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bestemd voor wie hem liefhebben.
    1 Cor. 2:9
    Het is idd wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord. ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi uitgelegd. Ook voor mijn idee had de uitverkiezing met redding te maken. Maar ik had er wel uit begrepen dat Jezus de uitverkorene is en dat wij aan Hem verbonden in alles mogen delen.

    Je verwees in dit stuk ook nog naar Math.25. Ik las daarover iets wat me erg aansprak en wat volgens mij overeenkomt met wat jij bedoelt.

    Tellen de werken van een ongelovige?

    Uit “Hier en daar” van Henk Binnendijk. (blz. 161)

    We kennen ze allemaal. Mensen die niet gelovig zijn, maar veel voor anderen doen. Je vindt ze in de hulpverlening, dichtbij en ver weg. Onze sympathie gaat naar hen uit. Maar met God hebben ze niet veel. Tellen hun goede werken in de eeuwigheid mee?

    Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. En de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken (vers 31 en 32). Het woord ‘volken’ wordt in de bijbel in de meeste gevallen vertaald met ‘heidenen’. Ze lijken dat ook zelf te bevestigen als ze zeggen: Wanneer hebben wij U in de gevangenis gezien, wanneer hebben wij U hongerig gezien? (vers 37 en 38). Ze lijken hem niet te kennen.

    Toch zegt Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan (vers 40). Wie zijn ‘deze mijn minste broeders’? Israël? Christenen? We weten het niet. Waar het hier om gaat is dat Jezus tegen hen zegt: Beërft het Koninkrijk (vers 34).

    Let wel, Hij zegt niet tegen hen dat zij de bruiloftzaal of het feest van hun heer binnengaan (vers 10, 21), ook niet dat hij hen over veel zal stellen (vers 21) maar ‘beërft het Koninkrijk’. Deze volken zullen wandelen bij het licht van het nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21:24). Maar ook voor hen zal gelden: Niemand komt tot de Vader dan door Mij (Johannes 14:6).

    BeantwoordenVerwijderen

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...

Linkwithin

http://www.linkwithin.com/install?platform=blogger&site_id=2144441&url=http%3A//gerda-overvanallesennogwat.blogspot.com/&email=evanschagen61%40gmail.com#