In mijn reeks blogjes over de
10 mooiste Bijbelverhalen van Zwolle, wordt het hoog tijd dat ik wat schrijf over het verhaal dat op de negende plaats is geëindigd:
de schepping. In oktober stond deze geschiedenis centraal maar het heeft zo moeten zijn dat ik er nu pas aan begin. Want gisteravond
was ik bij 'die Schöpfung', heb ik ge
hoord hoe de schepping ontstaan is ... maar ook gezien en dat niet alleen omdat ik in de zaal zat waar het live uitgevoerd werd, maar ook omdat de muziek
uitbeeldt wat er wordt gezongen.
Dat geeft me een prachtig excuus om het nu niet te hebben over de historische betrouwbaarheid van Genesis 1, hoe lang de dagen hebben geduurd en of Adam en Eva echt hebben bestaan als het eerste mensenpaar, dat helaas in zonde viel... Dat geloof ik trouwens allemaal, maar in dit blogje laat ik me leiden door de schepping van Haydn, zoals hij die verwoordde en vervatte in muziek. De teksten komen uit de Bijbel maar ook uit 'Paradise lost' (wat ineens hoog op mijn lijstje van nog-te-lezen-boeken staat) Bijzonder is het te lezen dat Haydn zelf erg geroerd was toen hij de Duitse versie van zijn tekst voor dit oratorium las, in 1791 geproduceerd door Gottfried Baron van Swieten. "Elke dag knielde ik neer en bad God mij de kracht te geven dit werk te voltooien."
Ook bijzonder dat wij meer dan 200 jaar later, nog kunnen luisteren naar dit voor mij geheel onbekende werk. Dat heeft als nadeel dat je niets herkent, maar ook een voordeel: dat je letterlijk verrast kan worden. En dat gebeurde!
|
Uitvoering van 'die Schöpfung' 1808 in Wenen |
- kies en klik linksonder welke uitvoering je wilt horen
- klik op: 'libretto' voor de teksten
De schepping begint met
chaos en Haydn laat de drie engelen Uriël, Gabriël, en Rafaël bezingen wat er gebeurt. '
Het worde licht'
hoor je ook in de muziek, als een belangrijk moment. De afvallige engelen sidderen,
'vluchten omlaag naar de eeuwige nacht in de diepten van de afgrond' en op aarde wordt er iets prachtigs geschapen:
'een nieuwe wereld ontstaat door Gods woord. .
Je hoort ook de
zon, 'die in volle luister opgaat; een vreugdevolle bruidegom, een trotse en blijde reus die langs zijn baan snelt'... de maan die langzaam langs de hemel gaat.... Je ziet de wateren wemelen van leven, de vogels in zwermen door de lucht gaan zoals in de bekende beelden van '
Life'.
In een sfeer van onschuld en
verwondering (zoals van het plaatje hiernaast) komen alle dieren tot leven. Uiteindelijk wordt ook de
mens geschapen.
En de engelen
jubelen over elke nieuwe dag (dat doet me ineens denken aan het boek
Job), zij bezingen Gods grootheid met citaten uit de psalmen. Het is één groot stuk over de grootheid van de Schepping en Gods almacht die we daarom mogen prijzen:
De drie engelen
zingen:
Tot U o Heer ziet alles op, om voedsel smeken allen U, Gij opent Uw hand en zij worden verzadigd.
Gij keert van hen Uw aangezicht; dan siddert alles en verstijft. Gij neemt hun adem weg, zij vervallen tot stof. - Hier wordt subtiel verwezen naar de gevolgen van de zondeval, maar snel keren we terug tot het Paradijs: -
De adem blaast Gij weder in en overal ontstaat nieuw leven
Koor: Voltooid is nu het grote werk, laat ons lied de Heer prijzen. Laat alles Zijn naam loven, want Hij alleen is de Verhevene! Halleluja!
Adam en Eva in het paradijs, twee gelukkig mensen die nog geen weet hebben van verkeerde dingen, maar alles om hen heen én
elkaar, aanvaarden zoals het komt. In onschuld, niet kennende goed en kwaad, zich niet bewust van het feit of iets goed of verkeerd is in wat ze zeggen of doen - ook zonder het gevoel van schuld wat daar altijd direct bijhoort, ermee verbonden is. De engelen zien hen en Rafaël
beschrijft:
Door rozenwolken breekt, gewekt door zoete klank, de morgen jong en schoon. Vanaf het hemelgewelf stroomt zuivere harmonie naar de aarde. Ziet het gelukkige paar, hoe het hand in hand gaat. Uit hun ogen straalt een warm gevoel van dank. Straks zingt hun mond op luide toon de lof van de Schepper. Laten onze stemmen zich dan vermengen met hun lied!
Ineens viel mij op, dat onze tegenwóórdige wereld écht bestaat uit goed en kwaad en dat de onschuld verdwenen is - behalve bij ja: onschuldige kinderen....
En je kunt lacherig doen over Eva die Adam toezingt dat
zijn wil haar wet is - want eigenlijk vinden we dat met z'n allen in onze geëmancipeerde maatschappij toch wel achterhaald. Maar in het paradijs was Adam ook nog 'niet kennende goed en kwaad' en zal hij zijn vrouw niet met 'zijn' wet om de oren hebben geslagen op de manier van: 'je moet nu dit en ik wil nu dat!' Het
duet van Adam en Eva is één groot liefdeslied. Prachtig gezongen door de solisten die het met grote overtuiging konden brengen (zodat mensen die vlak bij ons zaten en het vaker hadden gehoord, zeiden dat ze het nog nooit zo hadden meegemaakt!)
Deze 'paradijselijke' toewijding aan elkaar lijkt een sprookje, en is inderdaad niet iets van deze gevallen wereld. Toch zouden we als gelovigen het kunnen herkennen omdat we hier
eigenlijk luisteren naar Christus die Zijn gemeente liefheeft en naar de Gemeente (wij als gelovigen bij elkaar) die op haar beurt in alles naar Hem
wil luisteren. Dan wordt hun liefdeslied dieper van betekenis als Adam zingt:
Ik leid u thans en ieder stap wekt nieuwe vreugde in ons gemoed, toont ons nieuwe wonderen aan. Begrijpen zult gij dan welke wonderen de Heer ons heeft toegedacht. Hem prijzen en Hem hart en ziel wijden. Kom volg mij, ik zal u leiden.
Evenals de reactie van Eva:
O Gij, voor wie ik werd! Mijn steun, mijn schild, mijn al! Uw wil is wet voor mij. Dat heeft de Heer bepaald, en u te volgen geeft mij vreugde geluk en roem!
Je ziet op zo'n moment 'een ideaal plaatje' geschilderd worden, en drong het tot mij door dat deze eerste man en vrouw een heel bijzondere relatie moeten hebben gehad.
De engel Uriël
antwoordt hen aan het eind als een waarschuwing dat
'hun geluk steeds zal voortduren als geen valse waan hen zal verleiden om meer te wensen als zij hebben en meer te weten dan is toegestaan'. - En hoe heftig zal die zondeval en daardoor de intrede van het besef van goed en kwaad, ingegrepen hebben. Het
feit kennen we allemaal en
lezen we als een gegeven, ja zo ging dat en ze moesten uit de hof
verdwijnen.. Maar ze kwamen vanuit het paradijs wel héél hard met beide benen op de grond die ineens
doornen en distels voortbracht.
Sindsdien is goed en kwaad en de eeuwige strijd die dat geeft in de hele schepping niet meer weg te denken. Wij weten en kennen dan ook niet anders, maar Adam en Eva wel! Als je de solisten zo die woorden van onbevangen vertrouwen elkaar ziet toezingen, besef je hoe weinig er over is van deze vanzelfsprekendheid in relaties, in huwelijken tussen man en vrouw, het kost ons vaak veel moeite en inspanning - en datzelfde contrast is er als je de schepping krijgt voorgesteld in al haar pracht, en het vergelijkt met de aarde waarop nu wij leven.
Toch is het goed om als het ware stil te staan in het paradijs en ervan te genieten hoe mooi het ooit was. Waarom? Omdat het laat
zien hoe God is en Hem ervoor te prijzen! Dat Hij alles zo prachtig en zéér goed geschapen heeft en het zelfs nu nog steeds
spreekt van Gods grootheid. Al is er veel veranderd en zucht deze schepping onder alle zonde en verdorvenheid die nu zo zichtbaar is. Maar we mogen weten dat ze daarvan bevrijd zal worden. Er
komt een rijk waarin de Heer regeert en de paradijselijke toestand dicht genaderd zal worden, de woestijn zal bloeien als een roos en de leeuw ligt bij het lam.
Straks als de nieuwe hemel en aarde er zijn, zal alles volmaakt zijn. En als je dit muziekstuk hebt beleefd, weet je dat het dan - al is het waarschijnlijk op een andere manier - weer een prachtige
"Schöpfung" zal zijn, die niet meer verstoord zal worden. Wij mogen dan, véél meer dan Adam en Eva zelfs in het paradijs ooit hebben gedaan, delen in Zijn heerlijkheid - waar engelen zelfs zouden willen inkijken.... Wanneer de
'tijd' voorbij is en God niet alleen komt wandelen met de mens in de avondkoelte, maar voor eeuwig bij hen zal
wonen...
Wie overwint, hem zal Ik geven
te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.
En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen:
Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen,
en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn,
en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen,
en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn,
want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.