Op de één of andere manier is het onderwerp: je gedachten en hoe dat allemaal werkt, heel erg populair; psychologie is iets waardoor we veel kunnen leren over allerlei denkbeelden en hoe een mens in elkaar zit. Komen we in ons leven op een punt dat we tegen zaken aanlopen waar we in ons eentje niet zo uit kunnen komen, dan kun je naar een psycholoog. En die heb je in allerlei soorten en maten. De één werkt van uit 'behaviourisme', de ander heeft meer met 'contextuele therapie', de volgende volgt Freud en zijn ideeën, het is maar net wat je aanspreekt.
Als christen vind ik het wel belangrijk om alle gedachten over de mens toch de bekijken vanuit de Bijbel. Hoe ziet God ons? Dat is niet onbelangrijk aangezien Hij onze schepper is. Je denken is daarmee bijzonder, omdat in je denken de wereld om ons heen maar ook ons contact met God bij elkaar komen. En hoe kun je je nu méér toewijden aan God wat je denken betreft?
De bijbel heeft het veel over onze gedachten. Elia zei het op de berg Karmel tegen het volk: ‘Hoe lang blijven jullie hinken op twee gedachten? Kies God of de Baäl.’ We moeten steeds weer keuzes maken.
Het begon al in het paradijs toen Eva zag dat de vrucht goed was om daarvan te eten. Daarna ging ze bedenken dat het toch niet zo’n probleem kon zijn om de vrucht te nemen; ze zou als God worden, kennende goed en kwaad. Dat leek toch niet erg slecht, precies zoals de slang haar had voorgespiegeld.
En sindsdien zijn we als het ware allemaal gevangen in onze begeerten, handelend naar de ‘wil van ons vlees’, dat is de wil van ons oude leven, staat er in Efeze 2 - maar dan staat er ook achter: van onze gedachten. We handelden toen we God nog niet kenden dus ook ‘naar de wil van onze gedachten’.
Ik heb er wel vaker over na zitten denken hoe het toch kan dat we ons niet in te hoeven spannen om de fout in te gaan, om iets onaardigs te denken of te zeggen over iemand die je kent. Dat gaat allemaal vanzelf. De wil van onze gedachten stuurt ons alle kanten op en als we niet oppassen (niet nadenken 🙂) dan gaan we er ook nog naar handelen. Dat zit in onze natuur. We zijn wel goed in smoesjes en excuses, dan zeggen we bijvoorbeeld: ja, dat ik verkeerd bezig was, kwam doordat iemand mij verkeerde raad heeft gegeven. Uiteraard kan dat invloed hebben, maar toch, je bent zelf verantwoordelijk voor je daden.
Anders worden we zoals Adam, die zei: de vrouw die U mij gegeven heeft, die heeft mij van de boom gegeven en toen at ik. En Eva gaf de slang de schuld. De duivel zat natuurlijk achter de eerste zonde, en hij wil ons nog steeds op een dwaalspoor zetten. Maar sindsdien zit de zonde in ons. Je kunt niet altijd de schuld buiten jezelf leggen.
Efeze 2 gaat verder: vanuit onszelf waren we kinderen van de toorn, maar God had ons lief, met een grote liefde staat er dan. Hij vond ons niet ‘wel aardig’, ik denk dat dat ook niet kon, want we waren zondig geworden en vroegen helemaal niet naar Hem. We leefden en dachten zoals we zelf wilden. Dus aardig? Nee, ergens anders staat zelfs dat we vijanden van Hem waren.
Liefde, en zeker Gods grote liefde voor ons, gaat veel dieper en verder dan iemand ‘lief’ vinden, of ‘wel aardig'. God is onze schepper en wilde ons redden, omdat Hij een relatie met ons wilde. Dat gaat mijn bevattingsvermogen ver te boven, dat God van mij hield voordat ik naar Hem vroeg.
En nu, nu we tot geloof zijn gekomen en met Christus opgewekt in het nieuwe leven, is alles anders geworden. We zijn een nieuwe schepping en Zijn Geest woont in ons.
Wauw, dat klinkt geweldig, alsof er geen vuiltje meer aan de lucht is. Eindelijk is alles weer goed geworden. Ja, gelukkig wel! We zijn geestelijk gezien zelfs al gezet in de hemelse gewesten in Jezus. Daarom worden we in Kolosse 3 ook opgeroepen om ‘de dingen te bedenken die boven zijn, waar Christus is’.
Alleen, ons lichaam is nog niet zover, wij zijn nog op aarde en dat lichaam is na onze bekering niet ineens zoals het verheerlijkte lichaam van Jezus. Dat zal nog komen, maar als laatste …
En daarom hebben gelovigen hier op aarde nog strijd te voeren, want in ons aardse lichaam woont nog de zonde. Via onze zintuigen komt er van alles bij ons binnen waardoor we op ideeën en gedachten komen, én vanuit ons hart komen de gedachten op. Want ons hart is arglistig, we kennen dat vast allemaal, ik in ieder geval wel. De smoesjes die we kunnen hebben waardoor we onszelf wijsmaken dat we het nog wel aardig goed doen, of bedacht hebben, maar wat kunnen we onszelf makkelijk misleiden.
Daarom staat er in Filippenzen 4 dat je alles wat je bedenkt, alles wat je ziet, wat je hoort, alles waar je mee zit, bij God bekend mag maken. Geef gewoon alles wat in je hoofd rondspookt aan Hem. Dan ben je ‘in geen ding bezorgd’, geen gepieker meer. Dan worden je gedachten vrij, je hoofd wordt lichter. Je kunt je hoofd opheffen naar God toe. Ook letterlijk.
En dan, als je alles wat je ‘bezwaart’ op Hem hebt geworpen, en je ruimte hebt gekregen, heb je plek voor ‘al wat waar, al wat waardig, al wat deugd heet en lof verdient’. En ‘al wat rechtvaardig rein en beminnelijk is’, dat mag je dan bedenken..
Vul jezelf met mooie en goede gedachten over Wie God voor je is, dat Jezus van je houdt. Bewaar Zijn woord in je hart en vul daarmee je gedachten. En van daaruit is het ineens een stuk makkelijker om vriendelijke gedachten te hebben over de buurvrouw, of die kennis die je vaak wel lastig hebt gevonden… Ineens krijg je inzicht hoe je rechtvaardig kan en mag handelen in een lastige situatie. Of merk je hoe je je gedachten rein kunt houden. En alles waar anderen van gaan glimlachen, bedenk dat en handel ernaar (dat stel ik me voor bij ‘al wat beminnelijk is’).
Mocht het toch nog mis gaan en komen er zondige verkeerde gedachten in je op, of dingen die misschien niet direct verkeerd zijn maar waarvan je weet: die gaan me afleiden van wat God van mij vraagt: neem ze krijgsgevangen en ‘breng ze onder de gehoorzaamheid aan Christus’, volgens 2 Korinthe 10. ‘Krijg’ is een oud woord voor oorlog, die zijn we geestelijk gezien aan het voeren. De ‘vogelen des hemels’ (van de macht der lucht) nestelen zich maar zo in je gedachten en pikken het goede zaad bij je weg, zoals in de gelijkenis van de zaaier. Wees daarom alert!
Wat zal de wereld om ons heen er dan anders uit gaan zien. Allemaal door de toewijding aan God in ons denken, die ons aanzet tot handelen in zijn Geest. Waarvan de mensen om ons heen de goede vrucht mogen zien én mogen plukken!