Na de rentmeester die het niet zo nauw nam met het geld van de baas, en Jezus die ons zegt met de mammon vrienden te maken, vallen me ineens de uitspraken en teksten op die ermee te maken hebben... En zo krijgt dit onderwerp 'de mammon' toch nog weer een vervolg.
Ik denk dan ook aan heel rijke mensen in het koninkrijk van God... dat lijkt prachtig want 'je kan zoveel voor de Heer doen'. Maar de grote vraag is natuurlijk: gebeurt dat ook of is het meer wishfull thinking?
Zo denk ik bij mijzelf dat áls ik iets (vooruit, een half miljoen bij de lotto) zou winnen, het bijna allemaal naar goede doelen 'voor de Heer' zou gaan. Omdat ik graag veel wil geven, en dan heb ik de mogelijkheid nietwaar ...
Maar hoe is het als ik echt ineens veel geld zou hebben?
Ik denk dan ook aan heel rijke mensen in het koninkrijk van God... dat lijkt prachtig want 'je kan zoveel voor de Heer doen'. Maar de grote vraag is natuurlijk: gebeurt dat ook of is het meer wishfull thinking?
Zo denk ik bij mijzelf dat áls ik iets (vooruit, een half miljoen bij de lotto) zou winnen, het bijna allemaal naar goede doelen 'voor de Heer' zou gaan. Omdat ik graag veel wil geven, en dan heb ik de mogelijkheid nietwaar ...
Maar hoe is het als ik echt ineens veel geld zou hebben?
Eigenlijk is (als ik eerlijk ben) alleen de gedachte aan een grote som geld, al genoeg om je hart er op te zetten ... want diep in mijn hart voel ik dan direct de behoefte om óók te zorgen dat in mijn huis de noodzakelijke dingen (en nog wat meer) voor elkaar komen.
Ja, van dat grote bedrag wat ik ga winnen wil ik toch zeker een aanzienlijk deel aan mijzelf spenderen.
Een actueel voorbeeld is of ik mijn baantje opzeg, dat heeft ook consequenties en hoe belangrijk c.q. noodzakelijk is dan ineens dat beetje inkomen voor mij.
In ieder geval is het wel duidelijk dat zo gauw er geld in het spel is, we eigenlijk precies zijn zoals in de wereld. Koop het toch... je hebt recht op de nieuwste snufjes... die vakanties, die verbouwing.
Of zijn we zelfs erger dan ongelovigen? Omdat we beter zouden moeten weten. Ja, er zijn zelfs veel niet-christenen die ons beschamen in dit opzicht.
Ik las laatst een uitspraak van Lewis, die het zo treffend omschrijft: het idee dat we baas zijn over onszelf en ons geld, als we rijk en welvarend zijn, maar eigenlijk is het precies andersom:
Prosperity knits a man to the world. He feels that he is finding his place in it,
while really it is finding its place in him
(C.S. Lewis)
while really it is finding its place in him
(C.S. Lewis)
Ja het is zo, geld, bezit, je zit er zomaar aan vast. Al kun je het makkelijk verbloemen; egoïsme zou je ons niet van kunnen betichten...
Maar het heeft meer gevolgen. Hoe meer we bezitten, hoe meer we wonen op de aarde alsof het ons eeuwige verblijf is. Prosperity knits us tot the world!
Vreemdelingen en bijwoners? Geen idee hebben we er meer van wat dat wil zeggen. Geld en bezittingen nemen ons zomaar helemaal in beslag; alles draait om het 'nu' en voor Jezus hebben we eigenlijk geen tijd meer.
Zo staat het ook in de Bijbel: Je kunt niet God dienen en de mammon. We denken dat het allemaal meevalt. 'We feel that we're finding our place in it'... maar het is zo: je zult de ene dienen en de andere haten.
Want als bij mij de gedachte aan veel geld, zich al in mijn hart zet... wat gebeurt er dan als je als gelovige écht veel geld hebt en veel bezittingen?
Stel dat ik miljonair ben (als ik echt de lotto had gewonnen) en van mijn rente - die ik dan sowieso al krijg - veel weggeef, wat zegt dan dan nog?
Je luxe leven kan gewoon doorgaan.
Je hoeft er niks voor te laten, je grote (land)huis hoef je niet te verkopen en je kunt nog steeds de nieuwste snufjes aanschaffen die je nodig denkt te hebben.
Een voorbeeld uit de Bijbel
Zo was dat ook bij de rijken waar Jezus over vertelt in Lucas 21, die 'hun giften in de offerkist kwamen werpen'.
En dat lijkt heel wat, je wordt erdoor geïmponeerd. Maar Jezus ziet méér. Lees maar...
1 Toen hij opkeek, zag hij hoe rijken hun giften in de offerkist kwamen werpen.
2 Hij zag ook dat een arme weduwe er twee muntjes in gooide, 3en hij zei: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen.
4 Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud.’
In onze tijd zouden we zeggen dat de briefjes wapperden... maar Gods ogen zijn al die wapperende biljetten veel minder waard dan het eruit ziet. Het is zelfs waardeloos in Zijn ogen!
Want, en dat is wat me ineens extra opviel, de rijken gaven van hun overvloed.
Zij hadden er geen centje pijn van!
Ook bij rijke christenen werkt het vandaag de dag zo...
Geen centje pijn hebben ze ervan, van alle gulle giften die ze van hun rente! weggeven. Ze merken het niet eens! Maar ze voelen zich er prima bij. 'They feel that they're finding their place in it'...
Zo wordt er gesmeten met geld 'voor het koninkrijk', de rechtvaardiging om met volle teugen te genieten van wat nog over is. Men denkt er zelfs recht op te hebben, maar het beheerst hén.
Lewis' uitspraak zegt het zo: 'while really its finding its place in us ...'
(Ik denk bijvoorbeeld aan een lijstje predikers wat ik gisteren zag en de enorme bedragen die ze op hun bankrekening hebben staan. Maar ook minder in het openbaar is dit iets wat wel degelijk speelt onder gelovigen... als je het eenmaal ziet - én de macht ervan - zie ook mijn vorige blogje.)
Al die giften, die goede werken ... Het lijkt aan de buitenkant heel wat, maar vaak is het in de ogen van God waardeloos, zoals bij de rijken in Lucas 21.
Ook aan de rijke jongeling vraagt Jezus of hij alles wil verkopen. Omdat zijn hart bij zijn bezittingen lag 'while really its finding its place in him ...'
Daarom ging hij bedroefd weg.... hij kon het niet.
Zij heeft alles gegeven
De weduwe gaf met haar hart. En koos daarom ervoor alles te geven wat ze nog had. Zij voelde het! En gaf haar laatste muntjes. Dat (die laatste cent) deed pijn... of eigenlijk toch niet?
Maar wie is er van echt géven ooit slechter geworden??