Dit jaar heb ik meegedaan aan 'de Bijbel lezen in één jaar'. Niet dat ik het helemaal volgehouden heb, enkele hoofdstukken per dag lezen dat lukte me op een gegeven moment niet meer. En zodra je achter gaat lopen en je denkt dat je dan alles moet gaan inhalen, wordt Bijbellezen een last. En dat is niet de bedoeling. Dus dan las ik maar het gedeelte wat voor die dag aan de beurt was. Ik deed het samen met anderen in een app groep, en gelukkig was er iemand die het wel heel trouw volhield en geregeld een opmerking plaatste. Daardoor wordt je dan weer gestimuleerd om toch verder te gaan.
Maar nu is het 31 december, oudejaarsdag en is zijn de laatste hoofdstukken van de Bijbel aan de beurt. En nu stelde ik mezelf de vraag: wat spreekt me nu het meest aan in dat laatste boek Openbaring? Wat zou ik willen meenemen naar het nieuwe jaar?
zo kwam ik op Gods 'complimenten' aan de gemeente van Filadelfia, de één na laatste gemeente die in dit bijbelboek Openbaring een brief ontvangt. Deze brief is voor de gelovigen toen maar ook voor nu belangrijk, maar staat profetisch ook voor de opwekkingen in de 19e eeuw; de eeuw waarin het Reveil ontstond en de bewegingen die sec 'broeders' wilden zijn en niet meer dan dat... Ook wordt in die brief gerefereerd aan de komst van de Heer waar aan je kan zien dat deze stromingen er ook nu nog steeds zijn.
Openbaring 3:7-8 en 11
[7] En schrijf aan de engel der gemeente te Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel Davids heeft, die opent en niemand zal sluiten, en Hij sluit en niemand opent. [8] Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven, die niemand kan sluiten; want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend
[11] Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Wat mij aanspreekt is dat deze gelovigen kleine kracht hebben. Het is een constatering van de Heer. Maar ondanks hun kleine kracht is er toch niets op hen aan te merken, en Hij zegt bijvoorbeeld niet: 'Waar zijn jullie grootse en spectaculaire werken?' Nee, er vallen Hem heel andere dingen op.
Het tweede is dat ze 'Mijn Naam niet hebben verloochend'. Deze gelovigen hebben kleine kracht maar Zijn Naam (wie Hij is) vastgehouden. En ze verwachten Hem omdat Hij hen dat opdroeg maar ook omdat het verlangen om bij Hem te zijn ook in hun hart zit.
Dit is alles heeft niet met grote werken te maken maar mss meer met je hartsgesteldheid. Kleine kracht hebben en juist daarom zo afhankelijk van Hem zijn dat je Hem nodig hebt en Zijn komst elke dag verwacht.
Het gegeven dat God je hart het belangrijkste vindt, en je werken voor Hem niet de maat bepalen... dat zou ik iedereen graag mee willen geven. Want dan kom je in de rust en niet in de onrust van het 'moeten' en eisen die (je denkt) dat God aan je stelt om te overwinnen. (Bijvoorbeeld: nu moet ik dat bijbelleesrooster het hele jaar volhouden). Nee, kleine kracht is de sleutel tot overwinning - want als ik zwak ben dan ben ik machtig / mijn kracht wordt in zwakheid volbracht / in Hem zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad.
Alles door Hem en er staat niet: 'Ik heb tegen u dat u kleine kracht hebt.' Nee deze gemeente krijgt geen enkel verwijt. De Heer heeft hen een geopende deur gegeven, en niemand kan die dichtdoen. De toegang is vrij! Deze gelovigen die vaak zwak zijn, worden zelfs een krachtige zuil in de tempel, en op hen een nieuwe naam.
Belofte aan Filadelfia
[12] Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.
De brief aan de gemeente van Laodicea
De laatste gemeente van de zeven die een brief ontvangen, is Laodicea, dat is de lauwe gemeente in de eindtijd (profetisch gezien) en deze gemeente heeft Jezus buiten de deur gezet. Niet koud of heet. Onverschilligheid is hier aan de orde. Als je bang zou zijn of God je niet goed genoeg vindt, of je wel door de beugel kan, dan denk ik aan de vraag die gelovigen wel eens stellen: ' zou ik de zonde tegen de Heilige Geest hebben bedreven? Dan is het klaar".
Waar ikzelf ook wel over na heb gedacht hoe dat zit. Een mooi antwoord wat je hier ook kunt toepassen is m.i.: als je bang bent dat je deze onvergefelijke zonde hebt gedaan, of bang bent dat je iets hebt gedaan waardoor God je uit Zijn mond zal spuwen, dan ben je juist niet onverschillig. Maar de duivel wil graag dat we onzeker worden, en daarmee onbruikbaar in Gods koninkrijk. Terwijl alleen al kleine kracht genoeg is om te zorgen dat Hij blij wordt van ons.
Openbaring 3:15-16
[15] Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! [16] Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen.
[20] Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
En stel dat je God wel zo bent vergeten, dan zegt Hij in dezelfde brief dat als je de deur opendoet dan 'zal ik binnenkomen en maaltijd met hem houden en Hij met mij'. Er staat niet: en zal hem dan laten zien waar het allemaal fout ging en hem es flink aan de goede werken zetten...
God wil dat we leven vanuit de rust, ons leven (ons hele zijn) is al met Christus verborgen in God. Alleen hier op aarde hebben we nog te maken met ons lichaam wat zwak is en waar de zonde nog in woont. Als Jezus ons komt halen zijn we daarvan verlost en is ook ons lichaam nieuw.
Bij Laodicea zie je dat als je de deur open hebt gedaan en Hem binnen hebt gelaten, je dan overwonnen hebt en mag zitten met Hem op zijn troon. Dat geldt dus voor iedere gelovige, ook de zwakke met kleine kracht en ook voor hem die mss heel onverschillig geweest is maar de deur weer open heeft gedaan. Wat een bemoediging voor het nieuwe jaar. We mogen vertrouwen op Gods beloften en mogen weten dat Jezus de overwinning heeft behaald.
Belofte aan Laodicea
[21] Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. [22] Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Amen, kom, Here Jezus!