Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.Hier staat alles in: dat we zondaars waren maar dat God de Zoon van zijn liefde heeft gegeven voor ons - die Zoon heeft ons verlost uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar zijn eigen Koninkrijk.
Het klinkt als een spannend sprookje met een happy end, maar voor ons is het werkelijkheid geworden! Hij heeft ons in de vrijheid gebracht.
Toch is het leven meestal niet zo sprookjesachtig - ten eerste als we naar onszelf kijken, maar ook andere gelovigen kunnen ons soms teleurstellen - of zelfs laten schrikken door hun uitspraken of gedrag en dan zijn we maar zo het zicht op de Heer kwijt. En als we ons dan afvragen hoe het met 'die en die' zal aflopen, zegt de Heer (net als bij Petrus) tegen ons: "Wat gaat het jou aan? Volg jij Mij!', onze eerste verantwooordelijkheid, Hem volgen.
Laten we die verantwoordelijkheid ook nemen want Christus zal ons later zelf bevragen: 'Wat heb je gedaan met je leven?' als een beoordeling van onze werken (niet om te kijken of we wel gered zijn). Hij heeft namelijk goede werken voor ons klaar liggen 'opdat wij daarin zouden wandelen'... en als we wandelen door de Geest komt dat helemaal goed, want dan voldoen we als vanzelf niet aan wat ons 'vlees' allemaal wel zou willen.
De beoordeling van onze (mijn) werken - het drukt me met de neus op de feiten: hoe ben ik bezig in mijn dagelijks leven... Alles wat ik doe, doe ik dat 'als voor de Heer', omdat Hij dat van me vraagt, of is het eigen eer? Voor de Rechterstoel van Christus is het zover en moet alles wat ik gedaan heb openbaar worden. Op die dag verschijnt het vuur dat mijn werken zal toetsen... - en hoeveel blogjes zullen de toets niet kunnen doorstaan - om het even concreet te maken... of welke werken heb ik misschien links laten liggen en helemaal niet uitgevoerd?
Als het 'eigen werk' was dat openbaar wordt, is het als hooi, stro en stoppelen... het verdwijnt door het vuur, en er blijft niks van over. Je bent verkeerd bezig geweest toen je bouwde op het fundament.
Het fundament wat er ligt is de Heer zelf en wat daarop wél blijft bestaan, zijn de werken van goud, zilver en kostbaar gesteente - bestand tegen het vuur. Iets wat we wél mee mogen nemen de eeuwigheid in. Voor die werken die fireproof zijn, in Gods kracht verricht, zullen we loon ontvangen.
Het vuur kan onszélf niet aantasten en verbranden, maar als er van ons werk niets overblijft (al leken het op aarde misschien machtige bouwwerken!) worden we gered maar als door vuur heen.
Paulus beschrijft het als volgt in 1 Korinthe 3 :
10 Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester
het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt.
het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt.
Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt.
11 Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.
12 Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro,
13 ieders werk zal aan het licht komen.
13 ieders werk zal aan het licht komen.
Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt,
en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken.
14 Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen,
15 maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, maar hij zelf zal gered worden,
maar als door vuur heen.

De vraag is, zijn we trouw geweest in wat ons is toevertrouwd. Dan is er een beloning voor ons weggelegd. En als we over weinig getrouw zijn geweest, zal Hij ons over veel stellen...
Laten we er méér mee bezig zijn hoe we ons dagelijks leven in dienst van God kunnen stellen en ons steeds afvragen wat Zijn wil is, in situaties die we tegenkomen...
De oproep is aan ons allemaal:
8 Want jullie waren vroeger duisternis, maar nu zijn jullie licht in de Here;
wandel als kinderen van het licht,
9 – want de vrucht van het licht bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid –,
10 en toets wat de Here welbehagelijk is.
11 En neem geen deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis,
maar ontmasker ze veeleer,
15 Ziet dus nauwlettend toe, hoe jullie wandelen, niet als onwijzen, maar als wijzen,
16 de gelegenheid te baat nemend, want de dagen zijn kwaad.
17 Wees daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil van de Heer is.
18 En bedrink u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,
19 en spreek onder elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen,
en zingt en jubelt de Here van harte,
20 dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles,
21 en wees elkaar onderdanig in de vreze van Christus.
(uit Efeze 5)