De essentie
Maar hoe is het ooit begonnen in het oude Griekenland? Een blogje wat ik las zegt hier wel aardige dingen over. De Spelen waren er toen allereerst ter ere van de goden en startten dan ook in Olympia bij de tempel van Zeus. De deelnemers offerden en beloofden de goden plechtig om niet vals te spelen. Meedoen was voorbehouden aan mannen al moest je ook geen 'barbaar' zijn, dan kwam je er bij de oude Grieken ook niet aan te pas. En al is winnen het ultieme resultaat wat voor de enkeling te bereiken is, de Olympische gedachte is dat 'het gaat om het meedoen en niet om het winnen...' - oftewel niet de knikkers maar het spel. Zoals te lezen in deze uitspraak uit het eind van de 19e eeuw:
Het
belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd,
het
essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben
gestreden.
(Pierre de Coubertin - oprichter van de moderne Olympische Spelen...)
Voor hem was het meest belangrijke punt om de strijd op een juiste manier te voeren. Maar toch, de wedstrijd winnen is een grote eer die wordt beloond met goud, zilver of brons. In het oude Griekenland was het de lauwerkrans die de winnaar kreeg omgehangen... En een winnaar die geroemd en geëerd is noemen we nog steeds gelauwerd...
Toen ik las over de krans, dacht ik direct aan Paulus die dit ook enkele keren aanhaalt in het Nieuwe Testament. Mensen in zijn tijd wisten ook precies waar hij het over had, als hij zegt dat een sporter in de renbaan alles wat hem hindert moet afleggen totdat de eindstreep gehaald is. Het is een mooie vergelijking die wedstrijd en van een sporter kunnen we ook als gelovige heel wat leren.
De goede strijd
Anders dan Pierre de Couberin, legt Paulus de nadruk op beide zaken: niet alleen de strijd maar ook de overwinning:
Strijd de goede strijd van het geloof, grijp het eeuwige leven waartoe je geroepen bent
Paulus tegen Timoteus
Als gelovigen hebben we ook die goede strijd te voeren - zoals lopers in de renbaan en jagen we naar het doel. We gaan we voor de prijs van de hemelse roeping. En het lijkt een paradox, maar het is daarmee niét de bedoeling iedereen in de wedstrijd dan maar voorbij te jagen. Nee, ook hier geldt dat zelf verliezen betekent dat je juist zal winnen en hebben we tijdens onze loop juist oog voor anderen die niet verder kunnen. Hen mogen we opbeuren en ondersteunen. Zo zullen zij ook behouden aan kunnen komen.
Op de foto zien we hiervan een prachtig voorbeeld: een atlete die een ander voorthielp en niet aan de eigen zege dacht... haar de laatste 30 meters meenam en het eerst over de finish hielp - In een sportwedstrijd een unicum.
Er zijn ook in Londen, velen getuige van de wedstrijden. Onder hen veel oud-sporters die precies weten weten wat de deelnemers doormaken en ze moedigen hen daarom extra aan om vol te houden.
Ook wij hebben een 'wolk van getuigen' - alle geloofshelden uit Hebreeën 11 die ons aanmoedigen om vól te houden als we het erbij laten zitten, als we dreigen te verslappen of zelfs stoppen met onze race...
Maar het beste is de Heer in het oog houden; Hij is onze leidsman die als eerste de loop volbracht. Hoe meer we op Hem gaan lijken, hoe meer we net als Hij kunnen volharden om dóór te gaan.
Onze prijs: het eeuwige leven
Als we uiteindelijk aan de finish zijn gekomen, ligt 'de onverwelkelijke krans' klaar. En al schrijft Paulus: Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt... tóch zal het later in de hemel niet één heel bijzondere snelle en perfecte gelovige zijn die als enige de krans heeft behaald. Het bijzondere van deze loop is, dat ieder die op de juiste manier zijn of haar race 'loopt', aan het eind de prijs zal behalen. Bij een sportwedstrijd niet mogelijk maar bij God kan dat samengaan en kunnen we aan het eind van de race met Paulus zeggen:
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht,
ik heb het geloof behouden;
voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid,
welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven,
doch niet alleen mij,
maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
2 Timoteus 4: 7 en 8
Geen opmerkingen:
Een reactie posten