Er was eens een koning die op zoek was naar een nieuwe koetsier. En niet zomaar een koetsier, nee. Het moest wel iemand zijn met bepaalde kwaliteiten. En dat ging verder dan alleen de paarden goed kunnen mennen - dat laatste was eenvoudig na te gaan.
Maar situaties kunnen inschatten was minstens zo belangrijk, alleen, hoe kon de koning dat nu beoordelen?
De koning had drie kandidaten op het oog en stelde hen alledrie de volgende vraag: Stel dat je met de koets op weg bent en je moet vlak langs een afgrond. Hoe dichtbij kun je de afrond dan naderen en toch je koets op de weg houden?
De eerste kandidaat antwoordde: "Ik kan een paar meter van de afgrond blijven en de koets er veilig langs leiden".
De tweede zei: "Ik kan een meter van de afgrond blijven en er niet in storten".
En de derde zei: "Ik zorg dat ik zover mogelijk van de afgrond vandaan blijf, dan weet ik zeker dat mijn koets op de weg blijft".
Wie wordt het?
Hoe moet je die antwoorden nu interpreteren... En dan is het onverwachtse eraan, dat degene die wij op het eerste gezicht het meest bekwaam vinden om de baan te krijgen - natuurlijk die koetsier die het dichtst langs de afgrond kan rijden zonder er in te verongelukken - juist niet de eer te beurt valt. Ook kandidaat nummer één valt niet in de prijzen, maar juist de derde kandidaat, die geen risico's neemt maar zover mogelijk bij de afgrond vandaan blijft is de gelukkige. Hij wordt door de koning gekozen tot de nieuwe koetsier.
Wat is dan het voordeel wat de derde koetsier heeft boven de andere twee? Die focussen zich op de afgrond, het gevaar... Belangrijk om te weten want dan kunnen ze berekenen hoever ze er minimaal van af moeten blijven, willen ze nog steeds veilig zijn...
Hoever je van de afgrond kan naderen zonder er in te vallen, is echter een veronderstelling - het is altijd een gok! Want je zult dat eerst moeten uitproberen, en of je bekwaam bent als koetsier, heeft er dan mee te maken hoe dicht je het gevaar kunt naderen...maar je weet nooit wanneer je grens bereikt is.
De derde koetsier is degene die zich niet bezighoudt met de afstand die hij nog net kan bewaren ten opzichte van de afgrond. Hij denkt er aan iets heel anders: hoe hij zo dicht mogelijk bij de bergwand aan de andere kant van de afgrond kan blijven...
Je zou kunnen zeggen: de koetsier die de koning uitkoos, houdt zich bezig met 'veiligheid' en niet met wat hij nog nét zou kunnen. Hij weet ook dat de afgrond er is, maar is gefocust op de weg en de stevige bergwand waar hij bij in de buurt moet blijven. Dan weet hij zeker niet in de afgrond te zullen vallen...
Waar zijn we op gericht?
En misschien een rare associatie - alhoewel... Ik denk ineens aan de bezeten jongeman die door de Here Jezus bevrijd wordt van demonen. De demonen smeken Hem in de zwijnen te mogen varen en de Here Jezus staat dat toe. En wat gebeurt er? De zwijnen storten zich onmiddellijk in de afgrond. De zee in...
En natuurlijk doen die koetsiers dat niet zo, zij zijn van plan op de weg te blijven... Maar een belangrijke vraag om te stellen is toch: Waar ligt onze focus? Daar waar je eigenlijk niet naartoe moet - omdat je je grenzen wilt opzoeken? Bij de afgrond waar de demonen onmiddellijk de zwijnen in laten verdwijnen, dat wat op de één of andere manier altijd een soort aantrekkingskracht heeft, terwijl we weten dat we daar juist niet moeten zijn... - al zorgen we natuurlijk ervoor dat we er nét niet invallen... - Maar de duivel is is allang blij met alles wat ervoor zorgt dat we maar niet met de Here Jezus bezig zijn...
Of richten we ons anders en zijn we bezig met het verlangen om zo veilig mogelijk onze passagiers in de koets te vervoeren? Dat geeft rust. Zoals ook de Here Jezus wil dat we dicht bij Hem blijven, niet naar de afgrond toe maar bij de rots in de buurt, op de weg blijven...
Dan is het ook niet meer: mag ik dit en dat nog? Maar: wil ik het nog?
Als we steeds dichter bij Hem willen zijn, zullen we als vanzelf steeds minder interesse hebben in die dingen die ons naar de afgrond toe drijven, doordat de liefde voor de Here Jezus steeds groter wordt.
Wat zou dat mooi zijn als we dat allemaal gaan ervaren in de praktijk van ons leven.
Het gevaar opzoeken en uitdagen geeft een kick. Vooral jonge mensen hebben hier behoefte aan. Het geeft je het gevoel dat je sterk bent.
BeantwoordenVerwijderenSoms kom je ongewild in een gevaarlijke situatie. Het kan zelfs dat de weg waarop God je leidt vol gevaren is.
Dan voelen we ons afhankelijk van de sterke liefhebbende God. Want als we zwak zijn dan zijn we machtig.
Ida